nl-NLen-US
Language

FAQ - Veel gestelde vragen

Hieronder volgt een overzicht van veelgestelde vragen en de antwoorden daarop (dit overzicht zal nog worden aangevuld).

  • Toont environmental DNA ook soorten aan die in het verleden in het water hebben geleefd waardoor er ten onrechte een positieve waarneming wordt gedaan?
    • Nee, uit experimenten is gebleken dat in het water aanwezig environmental DNA na maximaal 2 dagen tot een maand is afgebroken. Het aantonen van DNA van een doelsoort wijst dus op een recente aanwezigheid van de soort (Dejean et al., 2011 - klik hier voor de publicatie).  In sediment of bodems kan eDNA wel (veel) langer aanwezig blijven en daar dient rekening mee te worden gehouden in de interpretatie. 
       
  • Is de environmental DNA methode ook geschikt voor grote wateren zoals rivieren, kanalen etc.?
    • Ja, we hebben de methode reeds succesvol toegepast voor vissen in de grote rivieren zoals de Rijn en Maas en grote meren.  Voor grote wateren en rivieren is het wel van belang de bemonsteringsstrategie aan te passen op de vraag, grote volumes verzameld over representatieve trajecten zijn van belang.  
       
  • Werkt environmental DNA in stromend water ?
    • Ja, environmental DNA werkt ook in stromend water. Ja eDNA is reeds meermaals in stromend water toegepast. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de verdunning (verder weg van de bron) en de kans op detectie van bovenstrooms aanwezige soorten (tot op zekere hoogte). 
       
  • Hoe krachtig is de environmental DNA methode?
    • Zeker bij soorten die zeldzaam zijn, of moeilijk te vangen met traditionele methoden heeft de eDNA methode bewezen zeer krachtig te zijn. Bij een onderzoek van RAVON in rivierenland werd aangetoond dat de trefkans met eDNA voor de grote modderkruiper grofweg drie keer hoger (87,5%) ligt dan die met electrovissen (Kranenbarg et al., 2014, zie publicatie).  In Frankrijk heeft SPYGEN een studie gedaan waarbij traditionele inventarisatiemethoden voor de brulkikker vergeleken zijn met eDNA. Met de tradtionele methoden werd de brulkikker in 7 van de 49 wateren aangetoond, met eDNA in maar liefst 38 van de 49 wateren (Dejean et al., 2012,  klik hier voor de publicatie). eDNA geeft echter ook geen 100% trefkans. Bij de vele onderzoeken naar grote modderkruiper die RAVON vorig jaar heeft uitgevoerd zijn op enkele locaties ook grote modderkruipers "gemist". Ecologische kennis (wanneer en waar monsteren) en kennis van de kracht van de primers (testen op verdunningen) zijn dan ook cruciaal om de resultaten van eDNA onderzoek te kunnen interpreteren.​ Voor vissen als soortgroep in zijn geheel bleek uit ons onderzoek dat er gemiddeld 60% meer soorten per trajecten en 15 tot 20% meer soorten per waterlicham gedetecteerd werden met eDNA in vergelijking met de conventionele KRW-bevissingen. 
  • Kan iedereen eDNA monsters nemen?
    • In principe kan iedereen, mits werkend volgens zeer strikte protocollen (voor het voorkomen van besmettingen), eDNA monsters verzamelen. Onderzoek heeft echter wel uitgewezen dat eDNA niet gelijkmatig verspreid is binnen een water. Ecologische kennis over de doelsoort, met name over het habitat is daarom van groot belang. Onderzoek bij de grote modderkruiper waarbij ervaren ecologen per monster bepaalde of het habitat matig geschikt of goed geschikt was liet zien dat deze kennis cruciaal is voor het succes: in de als goed geschikte habitats werden 2,5 vaker grote modderkruipers aangetoond dan in de matig geschikte habitats (Herder et al., 2013, zie publicatie). 
  • Werkt environmental DNA enkel in het water?
    • eDNA wordt met name toegepast in water omdat daarin handig gebruik kan worden gemaakt van het oplossende vermogen van water. Er zijn echter ook toepassingen buiten het water zoals het analyseren van keutels (noordse woelmuizen of vleermuizen bv), het analyseren van bloed uit bloedzuigers of muggen en honing van bijen (zie een overzicht in hoofdstuk 7 van het review).  
       
  • Kun je ook dichtheden bepalen met environmental DNA?
    • Ja, uit Deens onderzoek is gebleken dat de hoeveelheid eDNA in het water significant gerelateerd is aan de dichtheid van de doelsoort in dat water. Het is echter nog lastig om absolute dichtheden te bepalen. Hiervoor is meer onderzoek nodig naar de hoeveelheid eDNA die soorten achter laten in een bepaalde tijd van het jaar en ook moet per soort de relatie tussen eDNA en dichtheid onderzocht worden (Thomsen et al., 2012). ​ In ons eigen onderzoek zien we ook een duidelijk verband tussen de algemene soorten (hoogste aandeel in eDNA-sequenties) en zeldzamere soorten (laag aandeel in eDNA-sequenties).  Relatieve verhoudingen zijn daarmee goed in kaart te brengen. Voor absolute kwantificering is meer onderzoek nodig, te meer doordat de concentraties eDNA in het water in de regel laag zijn, vaak onder de kwantificeerbare limiet. 
  • Wat kost een eDNA analyse/onderzoek?
    • Er zijn heel veel factoren die de uiteindelijke prijs van een eDNA analyse bepalen. Zo speelt bijvoorbeeld het aantal replica PCRs dat op het monster wordt uitgevoerd een belangrijke rol. Onderzoek heeft aangetoond dat 10 a 12 PCR replicaties noodzakelijk zijn voor het betrouwbaar detecteren van zeldzame soorten (Ficetola et al., 2014). Daarnaast spelen het aantal controles dat wordt meegenomen, de inrichting van het lab om besmetting te voorkomen, kosten van het personeel etc een rol. Klik hier voor een uitgebreide checklijst  (overgenomen uit het review) met punten waarop gelet kan worden om de betrouwbaarheid van een analyse te beoordelen. Voor specifieke vragen over de kosten van een bepaald onderzoek kunt u hieronder contact opnemen. 

Mocht u meer of andere vragen hebben kunt u vrijblijvend contact opnemen met RAVON (klik hier).

Back To Top